banner fles en borstvoeding
Ouderschap

Waarom een overtuigde borstvoedingsmoeder koos voor flesvoeding

Bij de geboorte van een kind maken moeders een keuze die hen in een kamp lijkt in te delen: borstvoeding of flesvoeding? Toen ik bij de geboorte van Amélie die keuze moest maken, stond ik daar niet te straf bij stil. Ik zou haar borstvoeding geven. Ik was zelf opgegroeid met borstvoeding, had niets anders gekend bij mijn zussen en in mijn toenmalige vriendenkring had ik het ook vele malen gezien. Met het idee dat borstvoeding het beste is voor je kind, begon ik dus aan mijn eerste borstvoedingsverhaal.

Dat liep niet van een leien dakje. De start was er een waarbij ik moest vechten, doorzetten en heel wat dipjes heb gekend. Maar uiteindelijk waren we na een maand of twee vertrokken. Het liep toen zo goed dat het nooit bij mij opkwam om te stoppen. Integendeel, mijlpaal na mijlpaal sneuvelde tot ik de WHO-norm gehaald had. Tweeënhalf jaar heb ik mijn dochter borstvoeding mogen geven. Daar ben ik enorm trots op, maar bovenal: daar heb ik ontzettend van genoten.

Omdat die eerste start van de borstvoeding zo moeizaam liep, heb ik heel wat over borstvoeding gelezen. Het is een coping strategie van mij om zoveel mogelijk te gaan leren over wat moeilijk gaat. Daarnaast was ik zo overtuigd van borstvoeding dat ik in elke discussie ook radicaal voor het ‘borstvoedingskamp’ koos. En daarmee belandde ik misschien toch onbedoeld bij de zogenaamde ‘borstvoedingsmaffia’.

Maar als je mij Emiel nu ziet voeden dan krijgt hij flesvoeding. Hoe komt het dat zo’n overtuigde borstvoedingsmama, die zo goed als lid was van de borstvoedingsmaffia, toch voor flesvoeding koos?

Van ‘attachment parenting’ naar ‘mild ouderschap’

Kiezen voor borstvoeding bij Amélie was mijn buikgevoel volgen. Dat is hetgeen mijn opvoedingsstijl vast het meeste typeert: ik volg gewoon mijn buikgevoel. Dat zorgde ervoor dat ik niet bij de traditionele methode bleef als het op opvoeden aankomt. Al heel snel kwam ik in aanraking met attachment parenting, een opvoedingsstijl die uitgaat van de behoeften/noden van het kind met de bedoeling hen als volwaardige mensen op te voeden. Emoties mogen er zijn, straffen en belonen wordt gemeden, je kiest voor zachte methodes zoals borstvoeding, voeden op vraag en babyled weaning. In alles volg je eigenlijk het tempo van je kind en je komt aan hun noden tegemoet.

Borstvoeding en attachment parenting zijn dus eigenlijk een heel sterke match. En vanuit die visie op opvoeden vond ik het dus niet meer dan logisch dat ik Amélie borstvoeding bleef geven, ook al ging ik werken. Ik bleef ook borstvoeding geven toen ze met vaste voeding startte. En borstvoeding bleef ons ding toen ze haar eerste en later haar tweede verjaardag vierde. Op den duur was borstvoeding geven zo ontzettend logisch en ‘normaal’ dat ik er niet eens bij stil stond dat stoppen een optie was.

Het verbindend opvoeden (attachment parenting) probeerde ik in eerste instantie ook door te trekken op andere vlakken. Geen straffen en belonen, niet dreigen, niet roepen, zoveel mogelijk Amélie in haar noden volgen. Maar voor een fulltime werkende mama die ook haar me-time nodig heeft, bleek dit geen eenvoudige opdracht. Meer dan eens overtrad ik de ‘regels’ van het attachment parenting. Dat was dan iets om me ook meteen slecht over te voelen. Het kritische stemmetje in mijn hoofd nam de overhand.

Na mijn tweede burn-out (eind 2019) leerde ik Nina Mouton en haar ‘mild ouderschap’ kennen. Mild ouderschap gaat niet alleen over mild zijn naar je kinderen, maar ook heel sterk over mild zijn naar jezelf toe. En op dat vlak was er dus heel wat werk aan de winkel. Werk waar ik aan begon toen 2020 aan zijn eerste dagen begon en dat verder ging in de maanden die daarop volgden.

Fulltime kolfmama

Toen ik midden 2020 opnieuw zwanger bleek te zijn, was het niet eens voor discussie vatbaar welke voeding ik zou kiezen. Borstvoeding zou ik gaan geven natuurlijk! Ik was er helemaal op voorbereid, want ik had het al een keer gedaan en had dus alles in huis wat ik nodig had. Ook op mijn werk waren ze al op hoogte van mijn beslissing, dus het was een evidentie dat ik zou kolven als ik eenmaal terug aan het werk ging.

De geboorte van Emiel liep echter helemaal anders dan we hadden gepland (lees alles daarover in Het verkeerde lot uit de loterij). Toen hij werd afgevoerd naar spoed, kolfde ik mijn eerste druppels melk. We geloofden nog dat het allemaal wel snel goed zou komen en we gewoon de draad konden oppakken zoals we gepland hadden.

Door dat geloof begon ik te kolven en bleef ik toen Emiel op NICU (neonatale intensive care) lag daar ook mee doorgaan. Toen hij na vijf dagen uit zijn verdoving werd gehaald, probeerde ik vol goede moed om hem te leren drinken van de borst. Het drinken van de fles ging echter al heel moeizaam. Drinken van de borst was helemaal een drama. Het grootste probleem daarbij was het aanleggen alleen al. Emiel begreep niet hoe hij moest aanhappen. Die reflex was helemaal weg. Ook met de fles moest je de speen echt in zijn mond duwen voor hij begreep wat hij moest doen. Maar met borstvoeding is dat geen goed idee, omdat je veel kans hebt dat de aanhap dan verkeerd gebeurd. Dat zorgt uit zijn beurt voor een risico op tepelkloven en borstontstekingen.

Emiel leerde uiteindelijk wel uit een flesje drinken waardoor hij meekon naar huis. Ook thuis probeerde ik regelmatig om hem van de borst te leren drinken, tevergeefs. Intussen kolfde ik fulltime alle voedingen voor Emiel bij elkaar. Met mijn productie had ik geen probleem. Er waren echter wel andere bijkomstigheden die het kolven steeds moeilijker maakten: de combinatie met zorgen voor Emiel en Amélie, opkomende tepelkloven, een schimmel en uiteindelijk … mijn postnatale depressie.

Lees hier meer over in Geen roze, maar grijze en zwarte wolken

Mild voor mezelf

Ik kon niet zorgen voor mijn zoon zoals ik wou. Ik zag elke keer op tegen het kolven. Er was pijn, ongemak en telkens weer de stress over hoe ik het kolven zou inplannen. Ik was lid van groepen op facebook voor fulltime kolvende mama’s. Daar zag ik vrouwen kolven tot hun kind één jaar was. Ik zag blije kinderen, maar mijn jongetje huilde heel vaak en veel. Ik wilde voor hem zorgen, maar had het gevoel dat de kolf tussen mij en hem stond. Daarbovenop was mijn lichaam op. Teveel trauma, teveel zorgen, teveel angsten.

Hoewel ik twee maanden het uiterste van mezelf had gegeven door te kolven, moest ik op een dag toch toegeven dat dit niets voor mij was. Ik heb nooit gehouden van de kolf. De enige reden waarom ik kolfde, toen ik borstvoeding gaf aan Amélie was voor die momenten dat ze bij mij kon drinken. De knusheid van het live voeden woog op tegen die vervelende momenten waarop ik moest kolven.

Dat ik er mentaal en fysiek doorheen zat, zorgde dat ik de beslissing om te stoppen met kolven uiteindelijk toch nam. Hoewel ik heel graag die perfecte moeder wou zijn die ik voor ogen had, moest ik ook mild zijn voor mezelf. Ik moest leren rekening houden met mijn eigen grenzen. Want een goede moeder zijn voor mijn kinderen kon ik enkel als ik in de eerste plaats voor mezelf zorgde. Alleen daardoor zou ik er kunnen staan voor hen.

Dat vroeg in de eerste plaats om mildheid voor mezelf.

Dus, wat is nu het beste? Fles- of borstvoeding?

Persoonlijk ben ik nog steeds geen fan van flesvoeding. Ik vind het vermoeiend en veel werk. Het is heel de tijd zoeken naar de juiste voeding. Het is veel afwaswerk, denkwerk en altijd voorbereid zijn. Borstvoeding vond ik veel makkelijker en eenvoudiger. Het eist een zekere inzet in het begin van de borstvoedingsperiode, maar hé, dat eist het moederschap in het algemeen.

Toch ben ik geen voor- of tegenstander meer van één van de twee voedingen. Ik geloof dat moeders hun eigen keuze moeten kunnen maken. Een keuze die goed is voor henzelf en voor hun kind. Als de moeder zich niet goed voelt dan kan ze niet zorgen voor haar kind. En een gelukkig kind zorgt voor een geruste moeder. Het is een wisselwerking.

Elke voeding heeft zijn voor- en nadelen. Weeg die tegen elkaar af. Volg je buikgevoel. Bekijk wat jij nodig hebt. Er is weinig goed of fout bij opvoeding. Dat is ook zo bij de voeding zelf. Ik koos bij Amélie voor borstvoeding, omdat dat op dat moment de beste keuze was. Maar bij Emiel maakte ik uiteindelijk een heel andere keuze. Eentje die het beste was voor hem en voor ons gezin.

De keuze voor borst- of flesvoeding zou daarvan af moeten hangen: wat is het beste voor jou en jouw gezin? Een antwoord dat alleen jij kan geven en niemand anders.

Dit vind je misschien ook leuk...

1 Reactie

  1. Ik blijf dit soort artikelen altijd prachtig vinden, juist als bewuste flesvoedingsmama. Het moet inderdaad bij je passen, goed voelen.. Dat is het aller beste.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *