banner work life care balans
Persoonlijk

De zoektocht naar een work-life-care-balans

Een kindje krijgen is een blijde gebeurtenis. Je kijkt ernaar uit. Je verlangt ernaar om dat kleine wezentje voor het eerst in je armen te hebben. De verwachtingen zijn groot, want je hoort van andere mama’s hoe gelukkig ze waren om hun kind voor het eerst in hun armen te hebben. Van andere mama’s hoor je hoe ze zich koesterden in de warmte van hun baby, hoe ze zweefden op een roze wolk. Maar wat als de realiteit anders is?

Toen ik voor het eerst moeder werd, werd ik al geconfronteerd met hoe anders het kan zijn. Waar ik had verwacht dat ik meteen wel zou weten hoe ik moest moederen, bleek dat helemaal niet het geval. Ik had dagen met roze wolken. Maar omdat de borstvoeding niet helemaal opstartte zonder problemen, had ik ook dagen van pijn en verdriet, veel verdriet. Verdriet om wie ik niet meer was, om dat stukje van mezelf dat ik verloren had. Zonder te zien welk stukje ik in de plaats kreeg. Uiteindelijk slaagde ik daar wel in, maar dat vroeg toch wat tijd.

Bij mijn tweede zwangerschap had ik dus totaal andere verwachtingen. Geen ideeën over euforische momenten of dat ik meteen zou weten wat mijn baby wou. Neen, ik besefte dat we elkaar zouden moeten leren kennen. Tijd zouden moeten nemen voor elkaar en dat de roze wolken misschien even op zich zouden laten wachten.

Wat volgde, was echter helemaal anders dan ik, mijn man of wie dan ook had verwacht… Op 21 januari zag Emiel het levenslicht in de warmte van ons huis. En dat was meteen waar elke verwachting ophield te bestaan.

Lees ook Het verkeerde lot uit de loterij

Als gevolg van de traumatische bevalling en de traumatische weken die daarop volgden, belandde ik in een postpartum depressie en kreeg ik last van een posttraumatische stoornis. Angsten, paniekaanvallen, huilbuien, … ze zijn me niet onbekend. Stilaan krabbel ik weer op uit de diepste put die ik in mijn leven al heb gekend. In ‘Op zoek naar roze wolken’ verhaal ik over mijn herstel en de obstakels die ik daarbij tegenkom.

Het vorige deel van dat verhaal lees je hier

Vooruitgang van mijn fysieke en mentale gezondheid

Mijn zwangerschapsverlof was enkele maanden verlengd met ziekte. Eerst deed ik die verlenging voorzichtig. Ik was al beter, het zou me wel lukken om al snel weer aan het werk te gaan. Pas na vele therapiesessies en diepe dalen kon ik eindelijk aanvaarden dat ‘snel’ nu geen optie was. Op mijn eigen tempo, rustig aan, dat was de beste manier om ervoor te zorgen dat ik niet opnieuw in die diepe put zou belanden waar ik net was uitgeklommen.

Eind augustus begon ik wel terug plannen te maken om te gaan werken. Ik wilde niet meteen starten, maar pinde enkele data die ideaal zouden zijn. Er waren heel wat ‘als’en’ aan verbonden. Als de start van het nieuwe schooljaar waarin ik weer de zorg voor Amélie opnam, niet teveel problemen veroorzaakte. Als de terugkomst van Emiel in ons gezin mij niet weer uit balans zou werpen. Als ik de komende maanden erin slaagde het leven terug op te bouwen buiten mijn cocon.

Ik keek er met argusogen naar, maar zag dat het goed ging. Het nieuwe schooljaar bracht mij nieuw perspectief. Ik merkte hoe ik energie haalde uit de gesprekken aan de schoolpoort. De fietsritjes naar en van school zorgden ervoor dat mijn lichaam rustig herstelde van de trauma’s die het had meegemaakt. Stilaan begon ik mijn fysieke kracht een beetje terug te krijgen. En een deugd dat dat deed!

Ik hoefde niet meer op te letten dat mijn wandelingen niet te lang waren zodat ik niet uitgeput in de zetel belandde. Zonder problemen kon ik eens een voormiddagje winkelen zonder doodmoe te zijn. Naar een speeltuin gaan, gek doen, … met Amélie was geen activiteit meer waarbij ik moest rekenen op een slechte dag nadien. En aangezien vermoeidheid altijd de trigger is geweest voor mijn slechte dagen was dat echt een vooruitgang!

Het betekende dat de balans tussen mijn fysieke gezondheid en mijn mentale gezondheid weer een evenwicht begon te vinden. Daar had ik naar uit gekeken. Dat is waar ik echt op gewacht had en wat me nu een sterke boost gaf.

Terug aan het werk

Midden oktober opende ik de deur van mijn werk voor het eerst echt om er terug aan te beginnen. Omdat ik steeds vaker merkte dat ik ruimte had om er iets bij te nemen, besloot ik dat dit het goede moment was. Ik was zo blij om terug aan mijn bureau te gaan zitten en me te buigen over problemen die de mijne niet waren.

Meteen fulltime aan het werk gaan, was absoluut geen optie. Dat heb ik niet eens overwogen. Ik startte progressief met 15 uren per week. Concreet betekende dit dat ik vier halve dagen aan het werk ging.

Het contact met mijn collega’s, me kunnen buigen over kwesties rond het afvaltransport, weer eens iets anders doen dan moederen,… Het waren die dingen die ervoor zorgden dat ik me weer als een vis in het water voelde elke voormiddag dat ik aan het werk kon. Ik had het gevoel dat ik weer iets kon betekenen voor de samenleving. Dat ik weer even kon meedraaien in de echte wereld. Maar vooral had ik weer even het gevoel dat alles ‘normaal’ was.

Was ik moe in de namiddag? Natuurlijk wel. Na het werk ging ik zeker niet als een razende door met huishoudelijke taken. Ik nam rust in mijn zetel. Er werden al eens een paar bladzijden in een boek gelezen. Soms koos ik voor een filmpje. Of ik luisterde gewoon even naar muziek. Alles wat nodig was om weer de nodige energie op te doen voor de avondspits!

Een beetje meer leven

De eerste maanden van Emiels leven had ik voornamelijk overleefd. Van genieten, van echt leven was op dat moment geen sprake.

Lees ook Geen roze, maar grijze en zwarte wolken

Nu werd het tijd om terug volop te gaan leven. De eerste stappen daarvoor had ik reeds in de zomer gezet. Stilaan wilde ik ook mijn sociale leven weer meer oppakken, met Emiel bij ons. Want in de zomer was ik wel meer geweest dan mama, maar ik had Emiel ook een aantal weken moeten missen. De uitdaging werd nu om dat leven terug op te nemen, terwijl Emiel gewoon bij ons was.

Dat hij vijf dagen per week naar het MFC (multi-functioneel centrum) gaat, helpt alvast heel erg. Aangezien ik nog niet fulltime werk, kan ik op de momenten dat hij daar is, ook de tijd nemen voor mezelf. Maar daarnaast hebben ik en mijn man de beslissing genomen om Emiel één keer per maand een weekendje te laten slapen in het kortverblijf van het MFC. Voor hem zorgen is niet teveel gevraagd, maar we hebben weinig mogelijkheden om een babysit te laten komen. We zouden het bijna elke maand aan dezelfde mensen moeten vragen. Dus besloten we om tijd voor onszelf te reserveren met die weekendjes.

Stilaan kon ik ook weer mijn hobby’s opnemen: lezen, kruiswoordpuzzels maken, haken en actief zijn op Hebban. Kleine dingen met grootse resultaten, want ik voel me weer veel beter in mijn vel met die kleine momentjes voor mezelf.

De balans met zorgen

Het allermoeilijkste blijft echter om bovenstaande allemaal in balans te houden met de grote zorgtaak die op mijn schouders ligt. Mijn man steunt mij bij huishoudelijke taken en ook bij een aantal zorgtaken, maar ik ben de spilfiguur rond Emiel. Ik maak de doktersafspraken, ga er met Emiel naartoe, regel overleg met MFC, COS of andere diensten. Ik ben degene die de administratie van Emiel opvolgt en de nodige aanvragen doet. Het is handig dat dit allemaal bij één persoon zit. Ik doe het allemaal met liefde en plezier. Veel andere papieren, daar trek ik me dan weer niets van aan (denk maar aan bankzaken, verzekeringen, rekeningen en budget). Zo is de verdeling bij ons thuis en zo werkt het.

Het blijft echter zoeken naar een balans. Als we die balans eenmaal vinden dan is die ook zo fragiel dat ze bij het minste weer omvalt. We moeten dan gewoon weer opnieuw op zoek. Zo werd Emiel met spoed opgenomen in het ziekenhuis toen ik net een week terug aan het werk was. Wie blijft er dan bij Emiel? Mama natuurlijk. Kinderen lijken in zo’n situaties altijd mama nodig te hebben. Ik mocht dus bellen naar mijn werk om te laten weten dat ik er niet zou zijn. Ik deed het zonder twijfelen, zonder nadenken, want op zo’n moment ben je terug de moederleeuwin die haar kind wil beschermen. De balans tussen werken, leven en zorgen was echter weer totaal verstoord.

Lees ook Syndroom van West, you bastard #2

Hetzelfde gebeurde toen we met z’n vieren uiteindelijk vier weken in gezinsquarantaine moesten, omdat we elk om beurt Covid bleken te hebben. Emiel kon niet naar het MFC. Amélie kon niet naar school. Ik en mijn Lief moesten van thuis uit werken en de balans was weer volledig zoek.

Elke keer er iets is met Emiel zal onze work-life-care-balans weer volledig overhoop gegooid worden. Het zal altijd een evenwichtsoefening blijven om daar staande te blijven. Voor elke zorgouder is dit telkens weer de grootste uitdaging. Want als je zoveel moet zorgen, dan is het belangrijk dat je ook voldoende voor jezelf zorgt. Dat is niet alleen een kwestie van goed plannen, maar ook een kwestie van goed luisteren naar jezelf. Maar simpel is het niet, en dat zal het ook nooit zijn.

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *